Rainer Maria Rilke: De elegieën van Duino
OverzichtDe elegieën van Duino van Rainer Maria Rilke (1875-1926) zijn een absoluut hoogtepunt in de West-Europese poëziegeschiedenis. De ontstaansgeschiedenis is bijzonder. Van de eerste regel, die Rilke zich in een stormwind toegeroepen waande, toen hij wandelde in de tuinen van kasteel Duino aan de Adriatische Zee, tot de voltooiing, tien jaar later.
Wat hij al die jaren had meegedragen en niet kon verwoorden, mede door de verwarring die de Eerste Wereldoorlog in hem teweegbracht, kwam in de februarimaand van het jaar 1922, nadat hij zich volkomen had afgezonderd, tot een stralende uitbarsting. In een storm van inspiratie, die een paar weken aanhield, voltooide hij de elegieën.
De elegieën zijn niet alleen een gang door het leven van de dichter zelf, van de aanvankelijke angsten en depressies tot de jubelende aanvaarding (‘hiersein ist herrlich’), maar ook een vergezicht op de zin van ons zijn hier op aarde.
De vertaling van Atze van Wieren is muzikaal, krachtig en nauwgezet, waardoor diepte en schoonheid van dit grootse werk optimaal tot hun recht komen. Wil Rouleaux schreef daarover in de NRC: ‘een opvallend modern klinkende Rilke. De vertaling is moderner en ‘gewoner’ dan de soms nogal plechtig klinkende versie uit 1978 van prof. Bronzwaer. Van Wieren is kernachtiger en lijkt soms meer risico te nemen.’
Naast de vertaling bevat het boek ook de Duitse tekst van de gedichten, een korte biografie van Rilke, aantekeningen bij de vertaling en de tekst van de brief aan Hulewicz.
Uitgever: Samenwerkende Uitgevers VOF – Imprint IJzer, 3e druk - oktober 2022